Het burkaverbod


Sinds de discussie zo hevig is opgelaaid zit ik met mezelf in de knoei. Ik vond het goed dat de overheid een vorm had gevonden die geen specifieke groepen aanspreekt maar algemeen is geformuleerd: geen gezichtsbedekkende kleding in (gedeeltes) van de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen. Ik had het nota bene zelf, precies zo, in een stukje uit 2016 geformuleerd. Daar kwam ik ook voor op in de online discussies, want het klonk zo redelijk: nee, dit gaat niet alleen over de burka en de niqab, dit gaat ook over helmen, bivakmutsen en wat dies meer zij. Dit is geen racisme.

Toch begon het steeds meer te knagen, ik voelde me een hypocriet. Het kwam me wel goed uit, die algemene formulering, en als ik eerlijk ben weet ik eigenlijk dondersgoed dat het een mooie manier is om te zeggen: wij (au, ik vind het naar, wij en zij) willen hier geen burka's en niqabs. En als ik nog veel eerlijker ben wil ik dat ook niet. De belangrijkste reden is dat ik het prettig vind om mensen in het gezicht te kunnen kijken, maar er zit meer achter. In mijn buurt wonen meerdere vrouwen die een burka of niqab dragen, en ik vind het elke keer moeilijk om te zien. Ik heb moeite met religie in het algemeen, en de regels zijn altijd door mannen geschreven waardoor vrouwen er stelselmatig belabberd afkomen. Ik heb moeite met het gegeven dat volledige bedekking, je prachtige haar niet mogen tonen, handschoenen, niet alleen in één ruimte willen zijn met een man, uitgaat van de man die zich niet kan beheersen en dus een vrijbrief heeft als een vrouw zich niet sluiert. Dat gaat voor mijn gevoel in tegen de vrijheid van vrouwen waar we decennia voor hebben gestreden. Het impliciete oordeel dat ervan uitgaat over vrouwen die niet bedekt en niet gesluierd over straat gaan, vrije vrouwen, vind ik niet ok. Maar dat is waar mijn principes met elkaar botsen: weegt mijn mening en ergernis zwaarder dan de vrijheid van de ander? Die vrouwen doen geen vlieg kwaad. Ben ik dan toch minder openminded dan ik dacht? Maakt dit me een PVV-er? Ben ik zonder me daar bewust van te zijn meegegaan in de steeds verder opgerekte grenzen van fatsoen?

Tijd voor kritisch zelfonderzoek.

De conclusie
Elke kritische noot op moslims is gekaapt door xenofobe partijen, en wordt vertaald in haat en uitsluiting waardoor een normale dialoog over de manier waarop we het samen moeten zien te rooien niet meer mogelijk is. Dat niet alleen, het zorgt er ook voor dat ik me een racist voel als ik dit soort gedachten heb.

Nee, ik ben geen racist. Ik gooi geen groepen mensen op een hoop. Ja, ik vind het ongemakkelijk om mensen niet in hun gezicht te kunnen kijken, waar ze ook vandaan komen of welke religie ze ook aanhangen, en of het nou een bivakmuts is of een carnavalsmasker. Als het om een burka of niqab gaat heb ik er meer gedachten bij, maar die zijn van mij, en daar zal ik anderen niet mee om de oren slaan of ze minder om respecteren. Ja, ik zie ook dat de manier waarop mensen uit andere culturen dingen doen soms botst met de manier waarop we in Nederland dingen doen. Ja, er zijn genoeg dingen waar ik moeite mee heb, zoals die keer dat een man weigerde me een hand te geven, de Marokkaanse jongens uit de buurt die nul respect hebben voor vrouwen of moslims die overdreven op mijn hond reageren. Ik geloof ook dat daaraan gewerkt moet worden, maar de manier waarop ik denk dat dat moet gebeuren is niet dezelfde als die van de xenofobe partijen. De nadruk moet liggen op het borgen van de dingen die we in Nederland belangrijk vinden zonder aanziens des persoons. Maar dat betekent ook dat er kansen en mogelijkheden geboden moeten worden zonder aanziens des persoons - dus geen groepen mensen stigmatiseren of uitsluiten. Integratie gaat een stuk makkelijker als je welkom bent.

Latere toevoeging
Iemand stelde een hele relevante vraag: waarom was het nodig om dit nu, op deze manier, bij wet in te voeren? Zijn er teveel incidenten of discussies geweest? Daar zijn geen aanwijzingen voor, het is niet alsof mensen in bivakmutsen de deuren van overheidsgebouwen platliepen of er enorme rellen in de zorg ontstonden doordat vrouwen hun burka niet af wilden doen. Daarbovenop waren organisaties altijd al vrij om kledingvoorschriften op te nemen in arbeidsvoorwaarden. Waarom was het nodig? Ik blijf ermee worstelen....

Eindconclusie
Door input van bekenden én de herinnering aan een mooi moment realiseerde ik me ineens dat ik ernaast zit. Ik zat met mijn hoofd in wetten en regels, in veel en groot en anonieme gezichtsloze mensen waarover beslist kan worden. Dat is waar het misgaat. Het gaat om ons, op straat, in de winkel, in afzonderlijke situaties en tussen individuen.

Ik was voor de duizendmiljoenste keer mijn pup aan het uitlaten. In mijn buurt wonen mensen met allerlei achtergronden, en ik weet dat vooral moslims het niet zo op honden hebben. Op weg naar Kaats lievelingsboom zag ik een vrouw in niqab met vier of vijf kinderen in haar kielzog, en besloot over te steken om haar niet te confronteren met een pup die blij op ze af zou lopen. We hadden heel even oogcontact, ze knikte me toe, en ondanks het feit dat alleen haar ogen te zien waren zag ik duidelijk dat die ogen glimlachten. We hadden even, heel even écht contact, een zeldzaamheid tussen vreemden in het grote Amsterdam. We hadden het samen opgelost. Nee, die wet is nergens voor nodig, we kunnen het best samen oplossen en dat gaat beter als dingen niet voortdurend op scherp worden gesteld.


Reacties