Waarom het goed is om een huilend hoopje ellende te zijn

Omdat de essentie van dit artikel me zo aansprak heb ik het vertaald. Het origineel is van Julie Peters en heet Why lying broken in a pile on your bedroom floor is a good idea.

Ken je dat gevoel? Dat het net uit is met je lief, dat je net je baan kwijtgeraakt bent, alles verschrikkelijk en afschuwelijk is en je niet weet waar je het zoeken moet? Dat je als een huilend hoopje ellende op je slaapkamervloer ligt en nauwelijks meer weet hoe je telefoon werkt, je wanhopig op zoek bent naar een teken in oude brieven, op Facebook of in Glee, maar nergens troost in vindt?

Kom op, dat ken je. Dat kennen we allemaal.

En er is in de hindoe-mythologie een godin die ons leert dat je juist op dit moment, ontroostbaar op de grond, krachtiger bent dan je ooit bent geweest.

Afgelopen week werd ik enorm geïnspireerd door een lezing van Eric Stoneberg op de Yoga Teacher Telesummit over deze relatief onbekende godin uit de Hindoe-mythologie: Akhilandeshvari. Ze is bij me binnengeslopen en heeft zich in mijn botten genesteld. Iedere keer dat ik lesgeef komt ze uit mijn mond, en ze heeft me zoveel kracht en mogelijkheden gegeven tijdens een periode van verandering en onzekerheid in mijn eigen leven, dat ik wat over haar wil vertellen aan diegenen die misschien, zoals ik, aan het worstelen zijn en zich afvragen hoe ze weer overeind moeten komen uit de narigheid.

Het antwoord is, naar nu blijkt, dit: in stukken, warrior-style, op de rug van een krokodil. Yeeha!

Akhilandeshvari:

‘Ishvari’ betekent ‘godin’ of ‘vrouwelijke kracht’ in het Sanskriet, en ‘Akhilanda’ betekent ‘nooit niet stuk’. Met andere woorden, de godin die altijd stuk is. Het Sanskriet is een ingewikkelde en verbazingwekkende taal, en wat ik hier zo mooi aan vind is dat ze in alles gebroken is, tot haar naam aan toe.

Maar het is niet het soort stuk dat wijst op zwakheid en angst.

Het is het soort dat alles stukmaakt dat ervoor zorgt dat we blijven steken in slechte patronen, het herhalen van relaties en gewoontes, in plaats van ons vol in het griezelige proces van nieuwe, niet te bevatten inzichten te storten.

Akhilanda ontleent haar kracht aan stuk zijn: in flux zijn, in beweging, zichzelf uit elkaar halend, in verschillende zelven levend zonder ooit één geheel - met bijkomstige beperkingen - te worden.

Wat er gebeurt als je door plotselinge, enge of verdrietige veranderingen gaat (zoals een verbroken relatie) is dat je je toekomst verliest: je verwachting van hoe je leven eruit zou gaan zien. Wanneer je die partner, die baan of die persoon verliest, lost die toekomst voor je ogen op.

En dat is natuurlijk angstaanjagend.

Maar kijk, zegt Akhilanda, nu kun je kiezen. Kapot, in een huilend hoopje ellende op de vloer, je hebt geen idee hoe je verder moet, je verwachtingen van je toekomst zijn nietszeggend geworden. Zoals het vroeger was is niet langer van toepassing. Je bent in flux, in beweging, in verandering, je beweegt in een nieuwe richting en dit is een ongelooflijke kans om jezelf opnieuw op te bouwen, te kiezen hoe je jezelf weer in elkaar gaat zetten. Verwarring kan een adembenemende leraar zijn: hoe zou je ooit kunnen leren als je alles al wist?

De godin heeft nog een interessant kenmerk. Dit is natuurlijk haar rijdier: een krokodil.

Krokodillen zijn interessant om twee redenen. De eerste, zo legde Stoneberg uit, is dat de krokodil ons reptiele brein vertegenwoordigt, het gebied waar we angst voelen. Ten tweede ligt de dierlijke kracht van een krokodil niet in zijn enorme kaken, maar in het feit dat ze hun prooi van de oever plukken, het water in sleuren en het rondtollen tot het gedesoriënteerd is. Ze tollen hun prooi rond als een dervish op zoek naar zijn god, ze gebruiken de kracht van beweging in plaats van brute kracht om zichzelf te voeden.

De keus voor dit tollende, angstaanjagende roofdier betekent dat Akhilanda weigert haar angst af te wijzen, of zich erdoor te laten leiden. Ze berijdt haar angst. Ze bestijgt het dier dat in de rivier, in de stroom leeft. Ze neemt haar angst mee de rivier in en gebruikt het als kracht om door de golven te navigeren, en het nooit-niet-stukke water te laten kolken. Akhilanda laat ons de schoonheid hiervan zien. Stoneberg schrijft: “Akhilanda wordt soms ook verbeeld als  een tollend prisma met meerdere facetten. Stel je de Hope Diamant voor, ronddraaiend in een helder licht. Het door al die facetten reflecterende licht zou een dwarrelende regenboog aan kleuren opleveren. De diamant is heel en compleet, en juist OMDAT hij gefragmenteerd is creëert hij een diversiteit aan schoonheid. Zijn vorm is een spectrum van dwarrelende kleuren."

Dat betekent dat dat gevoel van verwarring en stuk zijn, dat ieder mens wel eens heeft gevoeld op een bepaald moment in zijn of haar leven, een bron van schoonheid en kleur, nieuwe reflecties en nieuwe mogelijkheden is.

Als alles hetzelfde zou blijven, als we dag na dag dezelfde route naar de rivier zouden volgen tot er een groef zou ontstaan (dat is wat we doen: in het Sanskriet heet dit Samskara, gewoontes, of beter 'littekens'), zou deze routine zo beperkend gaan werken, en uiteindelijk zo schadelijk worden dat de krokodillen het zouden doorkrijgen en ons van de oever zouden sleuren, rondtollen en opeten.

Dus dit is het moment, het moment van verwarring, kapot zijn, angst en verdriet, om je angst te bestijgen, naar de rivier te rijden, in de golven te duiken en jezelf uiteen te laten vallen. Een prisma te worden.

Al die plekken waar je geraakt bent kunnen nu licht en kleur laten schijnen op plaatsen waar het eerder niet was. Dit is het moment om iets nieuws te worden, een nieuw geheel.

Maar onthou Akhilanda’s les: zelfs die nieuwe heelheid, die nieuwe, kleurrijke, prachtige groef die we creëren is een illusie. Het heeft geen zin, behalve als we bereid en in staat blijven keer op keer stuk te gaan en onszelf weer opnieuw op te bouwen, zo vaak als we nodig hebben. We zijn al ‘nooit niet stuk’. We zijn nooit een constant, begrensd geheel. In onze stukheid zijn we onbegrensd. En dat betekent dat we verbazingwekkend zijn.


Reacties