Ik ben dat ik ben

Ik ben agnost: mijn overtuiging is dat we niet kunnen weten of er wel of geen hogere macht is omdat we maar mensjes zijn. Voor mij zijn diepgelovigen en atheïsten twee kanten van dezelfde munt - ze claimen beiden het zeker te weten. 

Voor mij ligt er een scheidslijn tussen geloof en religie: het eerste beleef je binnenin, het tweede is vast ooit ontstaan als onschuldig setje aanwijzingen of tips voor een prettige samenleving (met een nadruk op voortplanting om de soort in stand te houden in een tijd dat dat door het kleine aantal mensen op aarde nog noodzakelijk was) maar mensen, vooral mannen, zijn daar zover in doorgeschoten dat het een gedrocht is geworden – een gedrocht dat wordt misbruikt voor macht, gewin, om vrouwen eronder te houden en om elkaar mee te veroordelen en om de oren te slaan. Mijn god zou dat nooit zo gewild hebben. In mijn koninkrijk is er maar één die mag veroordelen: je binnenste, de god binnenin jezelf. 

Ik vind het wel fascinerende materie. Natuurlijk is het fijn om een narratief te vinden waardoor je gebeurtenissen betekenis kunt geven, in een context kunt plaatsen – daarnaast hou ik erg van mooie, inspirerende verhalen en zie de wonderen van leven en dood, van de natuur, van schoonheid en liefde om me heen. Ik begrijp het gevoel van op je knieën willen vallen en iets hogers bedanken als je tot in het diepst van je ziel wordt geraakt. Toen ik jong was verdiepte ik me in verschillende overtuigingen en religies, ik heb nog steeds een aantal geloofsboeken in mijn kast staan. Ik ben nieuwsgierig naar de manieren waarop mensen hun leven vorm en zin proberen te geven, en dus ook naar de overtuigingen die ze daarover hebben. Ik luister graag en kan genieten van de passie die erin naar voren komt - zolang het me niet wordt opgedrongen en er niet van me wordt verwacht dat ik mijn leven en keuzes schik naar de overtuiging van een ander. 

Van de week had ik een gesprek met iemand die alevitisch is, een islamitische stroming waar ik nog niet zoveel van weet. Ze vertelde bevlogen over de manier waarop ze haar geloof belijdt, en waar we elkaar in vonden was dat god, of welke naam je het, hem of haar ook wil geven, in alles om ons heen en in onszelf te vinden is. Het was een mooi gesprek. 

Toevalligerwijs begon ik diezelfde avond met de serie Midnight Mass op Netflix, en wat ik nog niet wist is dat daarin het concept religie ook wordt onderzocht en bevraagd - vanzelfsprekend heb ik ervan gesmuld. In de laatste aflevering is er tijdens een sterfscène een monoloog te horen die mijn overtuiging samenvat, wetenschap en spiritualiteit omhelzen elkaar en doet wat geloof bij anderen doet: het relativeert, en biedt troost en houvast. Hieronder heb ik de meest relevante delen vertaald, omdat ik denk dat die scène ook anderen raakte. De integrale Engelse monoloog staat eronder.

Mezelf. Mijn zelf. Dat is het probleem. Dat is het probleem met het hele ding. Dat woord, ‘zelf’. Dat is niet het woord. Dat klopt niet. Hoe heb ik dat kunnen vergeten? Wanneer ben ik het vergeten? Het lichaam houdt er cel voor cel mee op, maar het brein blijft neuronen afvuren. Kleine bliksemschichten, als vuurwerk binnenin en ik had verwacht dat ik wanhopig of bang zou zijn, maar ik voel niets van dat al. Niks. Omdat ik het te druk heb. Te druk heb met in het moment te zijn. Me te herinneren. Natuurlijk. Ik herinner me dat elke atoom in mijn lichaam is gemaakt van sterrenstof. Deze materie, dit lichaam, is uiteindelijk vooral lege ruimte. En de vaste materie? Dat is gewoon energie die heel langzaam vibreert en er is geen ik. Nooit geweest. De elektronen van mijn lichaam vermengen zich, en dansen met de grond onder me en de lucht die ik niet langer inadem. En ik herinner me dat er geen punt is waarop dat allemaal eindigt en ik begin. Ik herinner me dat ik energie ben. Geen geheugen. Geen zelf. Mijn naam, mijn persoonlijkheid, mijn keuzes kwamen allemaal ná mij. Ik was ervoor en ik zal erna zijn, en al het andere zijn beelden die ik onderweg verzamelde. Vluchtige kleine dromen die afgedrukt staan op het weefsel van mijn stervende brein. En ik ben de flitsen die ertussen heen en weer springen. Ik ben de energie die de neuronen afvuurt en ik keer terug. Door het me te herinneren keer ik terug naar huis. Als een waterdruppel die terugvalt in de oceaan, waar het altijd deel van heeft uitgemaakt. Alle dingen, een deel. Iedereen, een deel. Jij en ik, iedereen die er ooit geweest is, elke plant, elk dier, elk atoom, elke ster, elk sterrenstelsel – alles. Meer sterrenstelsels in het universum dan zandkorrels op het strand - en dát is waar we het over hebben als we het over God hebben. Het Een. 

Er is geen tijd. Er is geen dood. Het leven is een droom, een wens die steeds opnieuw, en opnieuw, en opnieuw wordt gedaan tot in de eeuwigheid. En ik ben het allemaal, ik ben alles. Ik ben dat ik ben.

Originele monoloog Erin (Kate Siegel), Midnight Mass S1E7
Myself. My self. That’s the problem. That’s the whole problem with the whole thing. That word, ‘self’. That’s not the word. That’s not right, that isn’t… How did I forget that? When did I forget that? The body stops a cell at a time, but the brain keeps firing those neurons. Little lightning bolts, like fireworks inside and I thought I’d despair or feel afraid, but I don’t feel any of that. None of it. Because I’m too busy. I’m too busy in this moment. Remembering. Of course. I remember that every atom in my body was forged in a star. This matter, this body is mostly empty space after all, and solid matter? It’s just energy vibrating very slowly and there is no me. There never was. The electrons of my body mingle and dance with the electrons of the ground below me and the air I’m no longer breathing. And I remember there is no point where any of that ends and I begin. I remember I am energy. Not memory. Not self. My name, my personality, my choices, all came after me. I was before them and I will be after, and everything else is pictures, picked up along the way. Fleeting little dreamlets printed on the tissue of my dying brain. And I am the lightning that jumps between. I am the energy firing the neurons, and I’m returning. Just by remembering, I’m returning home. It’s like a drop of water falling back into the ocean, of which it’s always been a part. All things… a part. All of us, a part. You, me and my little girl, and my mother and my father, everyone’s who’s ever been, every plant, every animal, every atom, every star, every galaxy - all of it. More galaxies in the universe than grains of sand on the beach. And that’s what we’re talking about when we say ‘God’. The One. The cosmos and its infinite dreams. We are the cosmos dreaming of itself. It’s simply a dream that I think is my life, every time. But I’ll forget this. I always do. I always forget my dreams. But now, in this split second, in the moment I remember, the instant I remember, I comprehend everything at once. There is no time. There is no death. Life is a dream. It’s a wish. Made again and again and again and again and again and again and on into eternity. And I am all of it. I am everything. I am all. I am that I am.



Reacties