Gamer-room talk

Als het niet al door mijn eigen woelige leven was is het wel door het nobele werk van een dierbare vriendin die zich inzet voor het bespreekbaar maken van seksueel geweld dat ik me steeds bewuster word van de omvang en de complexiteit van het probleem. Op de achtergrond help ik haar door artikelen uit te zoeken, stukjes te schrijven, mee te denken dus ik zit inmiddels aardig diep in de materie. Ik ken de onderzoeken en de cijfers en ik zie de impact. En zoals het vaak gaat als je meer kennis opdoet: ik zie steeds meer oorzaken en verbanden. 

Ik game graag in mijn vrije tijd. Ik denk dat ik rond 2005 begon met World of Warcraft, een MMORPG (Massively Multiplayer Online Roleplaying Game). Je maakt een personage aan, geeft hem of haar een naam en stapt Azeroth binnen, een mythische wereld waar je van alles kan doen waaronder in teams enge monsters verslaan. Seksisme was toen nog veel minder ‘een ding’, maar achteraf bezien was het alom aanwezig. Van de door mannen bestuurde schaars geklede hyperslanke elfjes die geile dingen riepen tot het uitsluiten in groepen bij het horen van mijn stem op Teamspeak, of me gingen bestoken met flirterige privéberichtjes (waardoor ik regelmatig deed of mijn Teamspeak stuk was of geen microfoon had). De gamerswereld werd toen nog door mannen gedomineerd, wat de vrouwen als gegeven aannamen en zich aanpasten om maar zo min mogelijk last te hebben. Het was letterlijk part of the game. Ik heb het jaren gespeeld. Later bleek dat het seksisme niet alleen rampant was aan de spelerskant, maar ook aan de ontwikkelaarskant, wat vooral naar buiten kwam tijdens Gamergate: een groot aantal vrouwelijke ontwikkelaars werd bedreigd met verkrachting en de dood. 

Sinds kort speel ik weer, deze keer een single-player. Omdat ik geïnteresseerd ben geraakt in modden (het installeren van, vaak door spelers gemaakte, pakketjes waardoor er aanpassingen worden gedaan aan het spel) ben ik lid geworden van een Facebookgroep over modden. De groep bestaat uit mannen en vrouwen, maar toch domineert het gedrag van mannen. Er zijn meerdere mods die het uiterlijk van je character kunnen veranderen, en niet zelden worden er screenshots gepost van vrouwelijke characters met enorme borsten of in weinig verhullende kleding die niet zou misstaan in een pornofilm. Vroeger zou ik erlangs scrollen, maar doordat ik weet wat ik nu weet lukt dat me steeds minder goed. Argumenten als ‘ach, het is maar een spelletje’ of ‘ach, het is maar een Facebookgroep’ lijken teveel op ‘it’s only locker-room talk’. Het objectiveren van vrouwen is niet onschuldig maar deel van een schadelijk systeem waar we dringend vanaf moeten. Het is niet dat mannen die gedachten niet mogen uiten waar vrouwen bij zijn, het zou mooi zijn als die gedachten structureel zouden veranderen door inzicht.

Soms zeg ik er wat van. Soms met een grapje (‘joh, hoe kan ze nou vechten op hoge hakken in d’r nakie’), soms wat serieuzer (‘ik ben hier niet voor naakte vrouwen maar voor mods’). Hoewel de (mannelijke) beheerders op een van mijn opmerkingen geschrokken reageerden dat ze het belangrijk vonden dat de groep voor iedereen als veilige plek moet voelen, worden zulke screenshots of seksistische opmerkingen niet gemodereerd. Onder een contest worden comments geplaatst als "Boobies! More boobies!" zonder dat iemand het raar vindt. Iedereen is heel aardig en behulpzaam, maar het seksisme wordt als onlosmakelijk lolletje gezien. De andere vrouwen in de groep zeggen er niets van of doen zelfs mee als one of the boys – iets dat ik in mijn WoW-dagen ook deed. Ik vind het lastig, er iets van zeggen, omdat het voelt of ik de enige ben die het ziet en het feestje verpest. Wat ik het moeilijkst vind is dat de mannen in kwestie zich vaak helemaal niet bewust zijn van de impact van zo’n opmerking of screenshot, wat betekent dat er sprake is van vanzelfsprekendheid en onwetendheid. Hoe leg je iemand die zich van geen kwaad bewust is uit dat zijn gedrag deel uitmaakt van een vrouwonvriendelijk systeem?

Dat dilemma geldt denk ik voor heel veel groepen (ik bedacht me vanochtend dat we dat vroeger ‘minderheden’ noemden, maar zelfs die term maakt deel uit van een systeem want we zíjn niet in de minderheid): hoe pak je seksisme of racisme aan zonder de partypooper te zijn? Hoe maak je mensen op een constructieve, en vooral effectieve manier bewust van vaak onbewust of aangeleerd schadelijk gedrag? 

Vaak kan ik mijn stukjes afsluiten met een antwoord. Deze keer niet, ik weet het echt niet. Als ik het zou weten zouden anderen het ook weten en zou het probleem niet meer bestaan. Wat in algemene zin vaak helpt is de vraag ‘Goh, wat zou je ervan vinden als het je dochter was?’ 

Ik hoop dat het ooit niet meer nodig is om mannen die vraag te stellen om vrouwen te vermenselijken, maar dat die menselijkheid een gegeven is. 





Reacties