Single zijn is geen tekort




Ik heb vanaf mijn tienerjaren tot halverwege mijn veertigste altijd vriendjes gehad. Ik heb twee keer  samengewoond en ben drie keer ten huwelijk gevraagd (altijd ‘nee dank je’ gezegd). Ik heb rampzalige relaties en grote liefdes gehad in alle kleuren en maten, bad boys en braverikken, mannen die handwerk deden en mannen die denkwerk deden. Dat rijke liefdesleven zegt overigens weinig over hoe mooi of bijzonder ik wel of niet was. Zeker in mijn tienerjaren niet: ik had het niet leuk thuis, dus ik was veel op straat, en uitermate vatbaar voor elk beetje aandacht en alle vormen van genegenheid (of wat daarvoor door moest gaan). Het enige dat ik wilde was niet alleen zijn, en ik was daardoor ook weinig selectief. 

Pas vanaf mijn dertigste werd mijn leven rustiger en stabieler. In die rust leerde ik mezelf beter kennen, en ondervond ik hoe fijn het was om alleen thuis te zijn, vrij te zijn en mijn gangetje te kunnen gaan. Ik kreeg het besef dat zo treffend werd verwoord door Dorothy Parker (1893 – 1967) in Indian Summer: 

In youth, it was a way I had 
to do my best to please, 
and change, with every passing lad 
to suit his theories. 

But now I know the things I know, 
and do the things I do; 
and if you do not like me so, 
to hell, my love, with you! 

De sereniteit van het alleen zijn 
Door die ontwikkeling werd ik ook steeds selectiever in mijn partnerkeuze. Als ik red flags herkende of geen connectie voelde, haakte ik af. Ik was niet langer bereid om concessies te doen om maar niet alleen te hoeven zijn, want ik wás niet alleen: ik had (en heb) fijne vrienden, familie en collega’s waar ik tijd mee doorbracht. Ik was net zo graag alleen thuis, waar ik me nooit verveelde: studeren, schrijven, klusjes in huis doen, gamen, series en films kijken, en alles op mijn eigen tempo en in vredige rust. 

Deze kop boven een artikel op Medium resoneerde dan ook meteen: “You are not competing with the top 10% of other men. You compete with the peace that women feel in solitude”. Mijn dates hoefden het niet op te nemen tegen andere kandidaten, maar met de sereniteit die ik vond in mijn eigen gezelschap.  Die is zo waardevol gebleken, dat ik inmiddels zo’n tien jaar vrijgezel ben en dat zie ik niet snel veranderen. Niet uit bitterheid of wantrouwen, maar omdat ik al een rijk leven heb, een relatie niet beschouw als noodzakelijk en er niet naar op zoek ben. Ik voel me niet minder of anders dan anderen - maar dat voelt voor sommige mensen helaas niet zo, en niet in het minst door het maatschappelijke beeld dat er over single-zijn bestaat. 

De geschiedenis van het sociaal construct 
Door de eeuwen heen zijn er patronen bedacht en ontstaan, die hebben bijgedragen aan de hardnekkige overtuiging dat je niet succesvol bent in het leven als je geen partner of kinderen hebt. 

Mijn theorie (trigger warning voor gelovige lezers) is dat er ooit een klein groepje mensen was, dat doorkreeg dat er kracht in aantallen lag – met meer mensen kon je je land beter verdedigen, beter jagen, beter bouwen. Daarnaast was het belangrijk om ervoor te zorgen dat de soort bleef bestaan, dus partnerschap en voortplanting moesten worden gepromoot. Vrouwen, zeker als ze vruchtbaar of zwanger waren, waren daarbij essentieel, dus die moesten ontzien en beschermd worden. Dat, en meer richtlijnen om op een prettige manier met elkaar samen te leven, werden vastgelegd in heilige boeken – maar gaandeweg werden die boeken (die altijd door mannen werden geschreven) een middel om elkaar mee om de oren te slaan, en vrouwen dociel en monddood te maken. Daardoor werden vrouwen volledig afhankelijk van mannen. 
(Mocht je benieuwd zijn naar mijn zienswijze op meer zaken die we nu als vanzelfsprekend zien, maar waar we van zijn vergeten waarom en hoe ze zijn ontstaan, lees dit verhaal

In 1792 legde Mary Wollstonecraft de vinger op de zere plek in haar boek A Vindication of the Rights of Woman. In het boek, dat later een grote inspiratie zou vormen voor feministen en suffragettes, stelde ze onder meer dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen geen natuurwet was, maar een sociaal construct. Vanaf dat moment volgden ook de eerste voorzichtige stappen in de strijd voor gelijke rechten voor vrouwen, zoals de start van de georganiseerde vrouwenbeweging in 1848 tijdens de Seneca Falls Convention in de VS, of de oprichting van de WSPU (de suffragettes, die zich inzetten voor het kiesrecht van vrouwen) in het VK in 1903 (het eerste land ter wereld dat vrouwen stemrecht gaf was overigens Nieuw-Zeeland, al in 1893). 

Dat proces werd versneld door de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). In veel Europese landen waren er geen jongens en mannen meer beschikbaar (want elders in gevecht of dood) om het gewone dagelijkse werk op het land, in fabrieken of in kantoren te doen, en daarmee het land draaiende te houden. Uit pure noodzaak werd er toen een beroep op meisjes en vrouwen gedaan om aan het werk te gaan, en kregen ze de ruimte om hun hersens te gebruiken en financieel onafhankelijk te worden. Ondertussen wierp de decennialange inzet van de suffragettes ook haar vruchten af: tijdens de oorlog kregen vrouwen in steeds meer Europese landen actief stemrecht (in Nederland in 1919). 

Na de oorlog werden er allerlei pogingen gedaan om vrouwen weer terug achter het aanrecht te krijgen, zelfs door de wetgeving aan te passen: vanaf 1924 mochten getrouwde vrouwen niet meer werken als ambtenaar, een jaar later kregen gemeentes het recht om onderwijzeressen te ontslaan zodra ze trouwden. Reclame en media idealiseerden het huisvrouwschap door de vrouw als moeder, kokkin en verzorgster weer te geven. Allemaal tevergeefs: de geest kon niet meer terug in de fles. 

In 1948 werden gelijke rechten voor mannen en vrouwen internationaal erkend, doordat de VN de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aannam, en in 1956 kregen vrouwen in Nederland gelijke rechtspositie in het huwelijk (voordien waren getrouwde vrouwen handelingsonbekwaam). Ook relevant hierbij, is dat verkrachting binnen het huwelijk (pas) sinds 1991 strafbaar is in Nederland.  Voordien werd seks binnen het huwelijk gezien als huwelijkse verplichting. Alles voor de voortplanting. 

Partnerschap en voortplanting anno 2025 
Het promoten van partnerschap en voortplanting zien we nog steeds op allerlei manieren terug. Denk aan sprookjes en Disneyfilms over prinsen en prinsessen, waardoor jongetjes en meisjes zo vroeg mogelijk leren wat hun rol - ook ten opzichte van elkaar - in het leven is. Of denk aan het vieren van huwelijk en geboorte, of de vele televisieprogramma’s die het beeld van partnerschap als hoogste doel uitdragen. 

Dat het merendeel van de mannen en vrouwen tegenwoordig niet meer afhankelijk van elkaar zijn, en hun leven kunnen en mogen vormgeven zoals ze dat willen zonder beperkt te worden door wetten, richtlijnen en boeken, uit zich ook in het toenemende aantal singles: dat is verdubbeld sinds 1970. Anno 2025 is één op de vijf mensen single (waarvan 58% vrouw en 42% man), en uit onderzoek door CBS blijkt dat dat voor 7 op de 10 singles een bewuste keuze is (van die 7 die bewust single zijn, is 70% vrouw en 30% man). Het zou dus best leuk zijn als er meer focus kwam op het fijne leven dat je als single kan leiden. Wat voor vrolijke televisieprogramma’s zouden we daarvoor kunnen bedenken? 
(tekst gaat door onder de afbeelding)


Ook voortplanting hoeft anno 2025 niet meer gezien te worden als vanzelfsprekend levensdoel – je zou bijna zeggen ‘integendeel’. Sinds 1950 is de wereldbevolking verviervoudigd, van zo’n twee miljard naar ruim acht miljard, en dat aantal groeit exponentieel zoals je hier live kunt volgen. Vooral door de gemiddelde levensstijl in geïndustrialiseerde landen zoals het onze, gebruiken we nu meer hulpbronnen (water, voedsel, energie) dan de aarde kan aanvullen*.

Samengevat: het idealiseren van partnerschap en voortplanting - en daarmee het single en/of kinderloos zijn, wegzetten als falen - is achterhaald. Het hoogste doel in het leven zou moeten zijn dat je je gelukkig en vrij voelt, hoe je je leven ook vormgeeft. Laten we een nieuw sociaal construct bouwen waarin dat de norm is. Ik kijk uit naar de sprookjes en Disneyfilms waarin dat aan kinderen wordt meegegeven bij hun opvoeding, en de reclames en films voor volwassenen waarin dat herhaald en versterkt wordt.


-------

*) Een van de belangrijkste oorzaken van de explosieve bevolkingsgroei sinds de jaren 50 is de medische vooruitgang - door antibiotica en vaccinaties was er sprake van een drastische verlaging van kindersterfte, en betere hygiëne en gezondheidszorg zorgden voor een langere levensverwachting in het algemeen. Het was voordien (met name in ontwikkelingslanden) gebruikelijk om veel kinderen te krijgen, zodat die konden helpen bij het genereren van inkomen en als ziekte- en oudedagsvoorziening. Omdat men eraan gewend was dat niet alle kinderen zouden overleven, bleven ze veel kinderen maken, terwijl het sterftecijfer enorm omlaag ging. 

Sinds 1980 is het groeipercentage enigszins aan het afvlakken (al stijgen de absolute aantallen nog steeds), mede door emancipatie, scholing voor meisjes, betere seksuele voorlichting en toegang tot anticonceptie. 

In Nederland zijn de cijfers anno 2025 in balans: het aantal geboorten is maar een klein beetje hoger dan het aantal sterfgevallen.  





Reacties

  1. Het algemeen kiesrecht was in 1919 gegeven als bezwering van de sociale onrust die in Europa heerste na het einde van WOI.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat gold vooral voor de grondwetswijziging van 1917, waarbij het algemeen kiesrecht voor mannen werd ingevoerd — voorheen was dat gekoppeld aan inkomen, opleiding en maatschappelijke positie. Hoewel het vrouwenkiesrecht toen al grondwettelijk mogelijk werd, kon dit pas in de praktijk gebracht worden toen het wetsvoorstel van Henri Marchant in 1919 werd aangenomen. Die invoering werd wel versneld door de politieke onrust na WOI en Troelstra's revolutiepoging, maar was vooral te danken aan de decennialange inzet van de suffragettes — zonder hen was het idee waarschijnlijk niet eens serieus overwogen 😉

      Verwijderen

Een reactie posten