Ik ben mijn hele leven, of in ieder geval sinds mijn puberteit, al een bijdehante, eigenwijze stuiterbal. Vroeger ook nog snel driftig, ik liep permanent mentaal gewapend rond en trok me dingen snel persoonlijk aan. Ik had regelmatig aanvaringen, zowel privé als op mijn werk en was een uitdaging voor leidinggevenden, want ik werkte wél keihard. Die voortdurende strijdbaarheid leerde ik zo goed als af door goede coaching. Ik kreeg beter zicht op waar de schade zit van een lastige jeugd, wat mijn overlevingsmechanismes zijn, dat niet alles mijn schuld was (kinderen denken automatisch dat alles hun schuld is) en geleerd me kwetsbaarder op te stellen. Ik was 45 en had eindelijk wat evenwicht gevonden.
Zo’n drie jaar later veranderde dat: ik viel weer terug in
oude patronen, werd defensiever en werd kortaf als er teveel tegelijk gebeurde.
Ik was op dat moment zelfstandig ondernemer en was binnen een paar jaar snel
gegroeid, maar ineens begon ik trouwe en grote opdrachtgevers te verliezen. Het
is afschuwelijk om te zeggen, maar de pandemie in 2020 kwam voor mij
persoonlijk op een goed moment: de sector waarin ik werkte was een van de
sectoren die het hardst geraakt werden, dus ik had een goed excuus om te
stoppen met mijn zelfstandig ondernemerschap. De waarheid was dat ik het niet meer kon bolwerken.
Ik vond een fijne, vaste baan in een hecht team, maar ook
daar verliep de communicatie niet altijd even soepel. Vaak flapte ik er dingen
uit op een onhandig moment, viel mensen in de rede of had net de verkeerde toon
te pakken. Toen ik privé in zwaar weer kwam, werd het nog veel erger en deden
mijn filters het helemaal niet meer. Ik verloor er een dierbare vriendin door
en kreeg het op mijn werk nog moeilijker. Het werd een vicieuze cirkel: doordat
zich steeds vaker incidenten voordeden werd ik steeds onzekerder, waar mijn
communicatie alleen nog maar meer onder leed. Toen mijn privéomstandigheden verbeterden
verwachtte ik dat het beter zou gaan, maar nee. Ik wist het niet meer.
Toen viel mijn oog bij toeval op een artikeltje over ADHD. Ik had me er nooit in verdiept, want ik dacht niet dat het op mij van toepassing was: ADHD was iets dat jongetjes, en misschien een paar meisjes, hadden en weer overheen groeiden - dat hebben volwassen vrouwen die allang een zelfstandig leven leiden niet. En toch herkende ik allerlei kenmerken in dat artikel. Ik besprak het met mijn huisarts, die aanleiding genoeg zag om me door te verwijzen voor een onderzoek, dat bestond uit een lange reeks vragenlijsten onder begeleiding van een psycholoog. Uiteindelijk bleek dat ik inderdaad ADHD heb. Veel van de dingen waar ik het grootste deel van mijn leven zo mee had geworsteld, hadden ineens een duidelijke oorzaak. Ik ben gestart met medicatie, en het verschil is enorm: ik voel me vrolijker en zelfverzekerder, ben geduldiger en kan beter relativeren, het is minder rommelig in mijn hoofd, ik ben minder vergeetachtig en ik voer taken meteen uit.
Het vermoeden is dat ik de meeste symptomen het grootste
deel van mijn leven heb kunnen managen, maar dat vanaf ongeveer 2019 steeds minder goed lukte door een andere fysieke verandering: de overgang. En ik blijk lang niet de
enige - integendeel. De ultrakorte verklaring? Meisjes en vrouwen met ADHD zijn
ondergediagnosticeerd omdat ze (meer) gewend zijn zich aan te passen, en op
latere leeftijd breekt dat je op. Daarnaast zorgen ADHD en de overgang allebei
voor een tekort aan dopamine, dus als je het vóór je overgang nog kon managen,
is er vanaf de overgang niet meer tegen dat verdubbelde tekort op te boksen.
ADHD en dopamine
Mensen met ADHD hebben een tekort aan dopamine.
Dopamine is een neurotransmitter en is essentieel voor
executieve functies als zelfactivatie, geheugen, concentratie, tijdsbesef,
motivatie en je humeur. Verder reguleert het je eetlust, kan het helpen bij afvallen, een beter geheugen
en om impulsief gedrag te weerstaan. Ook kan je door dopamine beter je bed
uitkomen en helpt het je om knopen door te hakken.
Dopamine is ook een geluksstofje, want je gaat je er lekker
van voelen. De hersenen maken dopamine aan als beloningssysteem. Daardoor
worden mensen met ADHD (met dus een tekort aan dopamine) gemotiveerd door
direct tastbare beloningen. Daar gaat je brein van ‘aan’. En is er een aversie
tegen uitgestelde beloningen en dan is het vaak lastig om te starten met een
taak.
Als je een dopaminetekort hebt, kan het zijn dat je kiest voor
minder verstandige manieren om dopamine aan te maken. Drugs, alcohol, social
media, internet, gamen, shoppen, ruzie maken, gevaar opzoeken, roken en
zoetigheid zijn ‘quick fixes’.
(Bron: https://adhd-praktijk.nl/blog/85-dopamine-als-boost-voor-je-adhd-brein)
Vrouwen en ADHD
ADHD bij volwassenen, met name vrouwen, is sterk ondergediagnosticeerd. In 33 tot 50% van de gevallen
wordt het niet herkend en in de meeste gevallen krijgen vrouwen met ADHD pas op
volwassen leeftijd de diagnose.
De reden is dat ADHD bij vrouwen zich anders uit. De oorzaak
daarvan ligt deels in het feit dat meisjes (nu nog) vaak anders worden opgevoed
dan jongens, en er ook ander gedrag van meisjes verwacht wordt. Van jongens
wordt verwacht dat ze druk zijn en wild spelen, van meisjes niet, en veel
vrouwen met ADHD zijn vanaf hun kindertijd gewend om zich aan te passen aan het
gedrag dat van hen verwacht wordt. Intelligente vrouwen met ADHD hebben hun
klachten in de schooltijd en tijdens de studie weten te verbergen door zichzelf
manieren aan te leren om te gaan met de klachten, en hebben dus
copingstrategieën ontwikkeld. Vaak presteren ze voor de buitenwereld vrij goed,
maar zelf voelen ze zich onbegrepen, overvraagd, uitgeput of gefrustreerd. Op
latere leeftijd eist dit jarenlange compenseren vaak zijn tol.
(Bron: https://www.bzonder.com/)
Een slechte jeugd en/of vroege traumatische ervaringen maken het nog ingewikkelder, omdat je dan geneigd bent daar de enige oorzaak te leggen voor problemen in je latere leven. Natuurlijk is het van groot belang om daar met goede coaching en therapie doorheen te werken, maar het zorgt er ook voor dat je minder geneigd bent om aan meer of andere oorzaken zoals ADHD te denken. En het is een 'double whammy': de aanleg voor ADHD is erfelijk bepaald, maar de kans dat je het daadwerkelijk ontwikkelt wordt vergroot door (onder meer) een slechte jeugd en vroege traumatische ervaringen (zie onder voor het artikel over de oorzaken van ADHD).
De overgang en dopamine
Vrouwen gaan gemiddeld rond hun 47ste 'in de overgang', wat betekent dat er
dingen veranderen in je lichaam en je lichaam zich daarop aanpast: geen
ongesteldheid meer, onvruchtbaar etc etc. Op zich een pre zou je denken, maar
al vanaf je 40ste begint de aanmaak van testosteron, progesteron en oestrogeen
al langzaam af te nemen. Dat gaat harder tijdens de overgang. Als je surft op
de overgang kom je vooral korte stukjes over opvliegers, slecht slapen en
nachtzweten tegen, maar de werkelijke lijst aan klachten die door die snelle
afname van hormonen ontstaat, zowel fysiek (gewichtstoename, hoofdpijn,
slapeloosheid, duizelingen etc) als mentaal (prikkelbaar, ineens bang voor
dingen, paniekaanvallen), is ellenlang. Omdat die lijst symptomen zo lang is en
een andere reden waar ik in het volgende punt op in ga, is ook hier vaak sprake
van onder-of misdiagnosticatie door (huis)artsen of wordt het verband helemaal
niet gelegd, zoals in mijn geval.
Vrouwen hebben niet zoveel testosteron als mannen, maar
hebben dat beetje wel nodig voor botdichtheid, spiermassa, libido, een
gemoedstoestand, energieniveau en vetverdeling.
De productie van progesteron daalt tot bijna nul.
Progesteron bereidt het slijmvlies van de baarmoeder voor op de innesteling van
een bevruchte eicel en zorgt dat de zwangerschap goed verloopt, maar het heeft
ook een rol bij het reguleren van de stresshormonen cortisol en adrenaline
(vandaar dus die stemmingswisselingen of toegenomen prikkelbaarheid).
Na de overgang maakt je lichaam 60% minder oestrogeen
aan.
Oestrogeen heeft verschillende effecten op je hersenen: door oestrogeen neemt
de hoeveelheid serotonine in de hersenen toe. De hoeveelheid serotonine in de
hersenen beïnvloedt je stemming, slaap, seksueel gedrag, pijn en je eetgedrag.
En die laatste zit in deze context de ‘kicker’: oestrogeen
heeft niet alleen invloed op de aanmaak van serotonine, maar ook van dopamine.
De perceptie van ‘de overgang’
We hebben het beeld ingeprent gekregen dat de overgang er nou eenmaal bij
hoort en je er maar mee moet leren leven, het moet verduren – net als van
vrouwen wordt verwacht dat ze zich maar door hun menstruatie heen moeten
bijten. Huisartsen wuiven klachten weg met ‘gaat wel weer over’, terwijl dit
een onderwerp is dat veel serieuzer genomen mag, of zelfs moet, worden. De medische
wereld is eeuwenlang gedomineerd door mannen en mannenlichamen waren het
uitgangspunt. Er vindt nu gelukkig een enorme inhaalslag plaats.
De generatie X-vrouwen heeft ook ingeprent gekregen dat extra hormonen slecht zijn voor je gezondheid, doordat er ooit een verhoogde kans op kanker zou zijn vastgesteld. Dat bleek een onterechte conclusie, maar heeft een decennialang vooroordeel over hormoonsuppletie veroorzaakt.
In een boeiende podcast over dit onderwerp (We zijn toch niet gek van Suzanne Rethans, zie onder voor een link) wordt dit allemaal nog veel beter en heel volgbaar uitgelegd.
Hoe dan ook, ik ben blij dat ik zelf op onderzoek ben uitgegaan en het gesprek met mijn huisarts ben aangegaan. Dat zou ik iedereen die zich herkent in mijn verhaal ook aanraden.
PS: (jong)volwassen vrouwen die nog niet in de overgang zijn, krijgen maandelijks een 'sneak preview' van de overgang: tijdens de zogenaamde winterfase van de menstruatiecyclus als de oestrogeen- en progesteronproductie op zijn laagst is. Daarover kun je hier meer lezen. Heel kort door de bocht zou je kunnen stellen dat de overgang een permanente winterfase is.
Relevante links
We zijn toch niet gek (podcast van journalist Suzanne Rethans in gesprek met collega en psychiater Sandra Kooij, gynaecoloog Dorenda van Dijken en cardioloog Janneke Wittekoek van het H3-netwerk (hart, hoofd en hormonen).
De overgang: 7 misvattingen ontkracht (artikel door gynaecoloog Dorenda van Dijken die deel uitmaakt van het menopauzeteam van het OLVG)
Overgangsklachten belemmeren volgens een derde van de vrouwen in de overgang hun werk (artikel van het RIVM)
Oorzaken van ADHD (artikel van het Nederlands Jeugdinstituut)
Vrouwen en ADHD (artikel van PsyQ)
"De diagnose ADHD wordt vaak pas in de menopauze gesteld bij vrouwen. Bij vrouwen met ADHD komen 2 -3 keer zo vaak stemmingswisselingen voor in de week voor de menstruatie, na de bevalling en in de menopauze. Dit blijkt uit onderzoek van PsyQ (Dorani, 2021). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er minder dopamine beschikbaar is in de hersenen bij mensen met ADHD, en dat bij vrouwen de daling van de oestrogeen spiegel, in die 3 periodes, dat tekort versterkt. Dopamine en oestrogeen hebben namelijk vergelijkbare effecten op de aandacht, het geheugen, de controle over emoties, het overzicht en de planning."
Er is van alles aan te merken op de diagnose ADHD. Maar wie wil het horen? (kritisch artikel van psycholoog en journalist Karst Tjoelker in De Correspondent)
Hoewel het artikel voornamelijk gaat over kinderen en jongvolwassenen, en hij niet mee lijkt te wegen dat de groeiende hoeveelheid prikkels die we te verstouwen krijgen óók een verklaring zou kunnen zijn voor het groeiende aantal mensen met ADHD*, snap ik zijn punt wel.
ADHD is lastig of niet objectief aan te tonen, omdat je het niet vast kunt stellen door een foto of zelfs onderzoek van je hersenen. Of je het hebt of niet hebt blijkt vooral uit gedrag, vandaar de reeks vragenlijsten. Dat betekent ook dat er ruimte is voor wildgroei: brede interpretaties en misschien te snelle diagnoses. Daarnaast zie ik nu al, zelfs met mijn pasverworven kennis over ADHD, dat er door leken op social media vanalles wordt toegeschreven aan ADHD, net zoals iedereen maar te pas en te onpas narcist wordt genoemd. Het enige dat ik weet is dat voor mij, zoals hij ook schrijft, de puzzelstukjes in elkaar passen. Mijn leven is, mede dankzij mensen die me een kans gaven en me steunden, beter verlopen dan voor veel andere mensen die een slechte start hebben gehad, maar ik heb er wel keihard voor moeten knokken en kon veel dingen waar ik mee worstelde niet verklaren. Nu kan ik veel dingen plaatsen. Ik ben me er terdege van bewust dat het niet alles oplost, maar de medicatie maakt in ieder geval een paar van die uitdagingen - zoals de problemen waar ik door mijn communicatie en gedrag in belandde, het gevoel dat ik aldoor alles fout deed, blijven malen over kleine dingen, niet kunnen relativeren - kleiner. Zo hou ik meer ruimte en energie over voor al het andere.
*) de symptomen van ADHD manifesteren zich minder snel in een prikkelarme omgeving en evenwichtige levensomstandigheden. Dan is er dus ook minder aanleiding voor het stellen van een diagnose.

Reacties
Een reactie posten