Top-10 Amsterdamse fiets-ergernissen



Normaliter post ik hier zieleroerselen, soms verdrietig, soms vrolijk, soms om uit te vogelen wat ik ergens van vind. Deze keer gebruik ik mijn blog om mijn gal te spugen over een dagelijkse ergernis: het weggedrag van fietsers in Amsterdam. Door mijn werk en mijn vader gebruik ik mijn auto vaak, maar ook als mede-fietser of voetganger ben ik me regelmatig de tandjes geschrokken van verrassende fietsmanoeuvres. Ik vraag me steeds vaker af waarom iedereen die iets bestuurt een rijbewijs moet hebben, behalve fietsers - zij nemen tenslotte ook deel aan het verkeer.

Voetgangers en fietsers vallen volgens de wet onder de categorie ‘zwakke verkeersdeelnemers’:
“In de wet is vastgelegd dat bij een aanrijding tussen een gemotoriseerde verkeersdeelnemer en een zwakke verkeersdeelnemer (bijvoorbeeld: een auto en een fietser) de bewijslast wordt omgedraaid ten nadele van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer. De bestuurder van het motorvoertuig zal dan dus de schade van de voetganger of fietser moeten vergoeden, tenzij hij bewijst dat hij er alles aan heeft gedaan om een ongeval te voorkomen. In vaktaal zegt men ook wel dat de bestuurder van het motorvoertuig moet bewijzen dat hem ‘rechtens geen enkel verwijt' kon worden gemaakt. In de praktijk lukt het een bestuurder van een motorvoertuig zelden om te bewijzen dat hij er helemaal niets aan kon doen.” (Judex.nl)

In de praktijk betekent dat, dat veel fietsers in Amsterdam zich allerlei vrijheden permitteren - met hartverzakkingen voor andere bestuurders tot gevolg. Volgens mij zijn ze zich er niet eens van bewust, dus hier een poging:

1. Hand niet uitsteken
Als je wil afslaan, dan steek je je hand uit, kijk je of je kan en sla je af. Als je je hand niet uitsteekt, staan medeweggebruikers voor niets op je te wachten in de veronderstelling dat je rechtdoor gaat.

2. Hand wel uitsteken en gewoon gaan
Hoevaak ik niet bijna een fietser heb overreden die besloot linksaf te slaan, zijn hand uitstak en zonder te kijken gewoon pal voor mijn bumper langs afsloeg. Ontelbare keren, met piepende remmen en een totale hartverzakking tot gevolg. En zo’n fietser die dan verbaasd omkijkt…. Grmbl.

3. Niet stoppen bij een zebrapad zonder stoplichten
Dat er geen stoplicht staat, betekent niet dat je altijd mag doorrijden. Als een voetganger een zebrapad wil oversteken, moet je stoppen – en niet de voetganger omverrijden en vervolgens uitschelden.

4. Geen voorrang verlenen
Als er een ander voertuig van rechts komt, heeft ie voorrang. Ja, dat is echt waar. Ook dan hoef je niet boos te worden of te schelden.

5. Op een auto slaan omdat ie dwars op het fietspad staat te wachten om over te steken
Als een auto een weg moet oversteken, gebeurt het wel eens dat ie een fietspad moet kruisen. Als er dan verkeer aankomt, moet de auto even wachten en staat dus stil op het fietspad. Dat mag van oom agent. Op andermans eigendommen slaan niet.

6. Mobiel bellen of zitten chatten op je smartphone
Het is me nog steeds onduidelijk waarom fietsers geen boete krijgen voor bellen of chatten tijdens het rijden. In Duitsland is dat wel het geval. Hier kun je alleen onder bepaalde omstandigheden een boete krijgen: “Wanneer een fietser het verkeer hindert door mobiel te bellen, kan hij of zij alsnog een boete verwachten. Het ligt hierbij helemaal aan de situatie.” (ww.auto-en-vervoer.infonu.nl). Maar hoe irritant is het om als mede-fietser achter een slingerende fietser te zitten die, als je eindelijk durft in te halen, op z’n gemak blijkt te zitten chatten? Of om je als autobestuurder helemaal gek te schrikken omdat een fietser al chattend gewoon vlak voor je bumper langs doorrijdt?

7. Geen licht voeren
Je rijdt in je autootje ’s avonds op de smalle grachten, en ineens moet je vol naar rechts uitwijken, tegen Amsterdammertjes aan, omdat er uit het donker een fietser opdoemt. Niet fijn. Als ik geen licht voer word ik onmiddellijk aangehouden en krijg een boete, de laatste keer dat ik een actie zag om fietsers aan het licht te krijgen werden er lampjes uitgedeeld.

8. Links van een auto gaan staan voor het stoplicht
en vervolgens voor de auto langs weer naar rechts verhuizen - met wederom hartverzakkingen tot gevolg. Als je niet rechts van een auto kan staan, ga er dan achter staan. Een auto is sneller dan jij, dus er links van gaan staan en 'm daarna willen inhalen is dom.

9. Naast elkaar blijven fietsen op een smalle weg
Ik ben geen fan van onnodig mijn claxon gebruiken, maar als ik ‘m gebruik is het meestal om kletsende fietsers die niet op of om kijken erop te attenderen dat er nog meer mensen in diezelfde straat rijden – en er misschien even langs willen.

10. Drommen fietsende toeristen in het centrum
Wie heeft bedacht dat toeristen in Amsterdam massaal op een fiets mogen stappen? Dit is zowel voor andere fietsers, als voor voetgangers en automobilisten een ramp. Ze weten het verschil niet tussen weg, stoep en fietspad, begrijpen de verkeersregels niet, staan op onmogelijke plekken stil waardoor ze al het verkeer blokkeren, herkennen het geluid van een toeter of een fietsbel niet. De helft kán niet eens behoorlijk fietsen en slingert alle kanten op. Het zou verboden moeten worden.

Zo, dat lucht op. Nog meer ergernissen? Roept u maar!



Reacties