Dag

Boek na boek liet ik door mijn handen gaan. Allemaal boeken die me dierbaar waren, maar die ineens zo’n andere betekenis kregen. Te pretentieus, te banaal, te licht, te zwaar. Woorden of verhalen zouden nooit kunnen vangen wat ik wilde zeggen. Verhalen over afscheid en dood wilde ik niet. Reisverhalen? Welk reisverhaal kies je als iemand een enkeltje langste reis heeft? Uiteindelijk koos ik voor een boek over de Sahara, ik wilde haar nog de wind, de zon en de aarde laten voelen, de weidsheid van een landschap laten zien.

Het was prachtig weer, de zon scheen de kamer in. Er stonden schalen aardbeien, er zaten mensen op stoeltjes om het bed heen. Ze was klein en kwetsbaar geworden, en in nog geen paar maanden duizenden jaren ouder. Het enige dat onveranderd was waren haar ogen: bruinzwart en helder. Om beurten lazen dierbaren haar en ons voor, Tsjechov, Virginia Woolf, Knausgård. Als werd gevraagd wie de volgende was drukte ik mijn snor, ik kon het niet. Het was muisstil in de kamer, bijna dromerig. Ze lag ontspannen en zichtbaar moe met haar ogen dicht te luisteren, af en toe een lichte frons of een halve glimlach. De verhalen gingen langs me heen, ik kon alleen maar voelen en kijken, en me proberen te verzoenen met het onvermijdelijke. Dit was meer dan voorlezen, iedereen gaf haar iets, het was een magisch ritueel. We deelden iets in alle rust, zonder iets uit te hoeven spreken.

Na het laatste verhaal keek ze de kamer in, bijna gelukzalig. “Waar ik heenga is een soort jungle, ik loop over een pad en ik kan sappige vruchten plukken en eten. Mijn ‘ik’ is los van mij, er is niets, en alles. Ik ben alleen, maar ik ben niet alleen. Dát is waar ik heenga….” Om vervolgens een relativerend grapje te maken waar iedereen om moest lachen, maar wat ik ben vergeten.

Ik rolde mijn vader naast haar bed, zodat ze elkaar gedag konden zeggen en wendde mijn hoofd af. Dilemma: ik ben zijn chauffeur, wanneer is het klaar en trek je iemand weg? Langzaam rolde ik hem weer naar achteren en naar de deur, de volgende ronde was al onderweg en de kamer was leeg, we waren de laatsten. Ik draaide me weer om en bukte me, legde mijn hand langs haar gezicht en drukte mijn wang tegen de hare. Ik kon mijn verdriet nauwelijks inhouden, en schrok toen er per ongeluk een snik in haar oor terechtkwam. Ik kuste haar en kwam weer overeind. Om woorden verlegen pakte ik haar hand en drukte daar nog een kus op terwijl ik haar aankeek, ik hoopte dat ze alles kon zien wat ik wilde zeggen. “Het komt goed” zei ze zacht.

Dag lieftant, goeie reis.


Reacties

  1. Oh how beautiful these words of farewell.
    Indeed, I often think of where we will go in the here-after.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten